top of page
Shikoku hoofd.png
Bloesem naar links.jpg
Shikoku zijkant.png

Shikoku

Herkomst:   Japan, Shikoku, Kochi. Ook wel Japanse wolfshond of Kochi-Ken genoemd.

Gebruik: Jachthond gezelschapshond.

FCI-classificatie: Groep 5: Spits en primitieve type

                                Sectie 5: Aziatische spits en gerelateerde rassen

                                Zonder werkproef

Bloesem naar rechts.jpg

Korte historische samenvatting:

Dit ras gaat terug tot de middelmaat rassen dat bestond in Japan tijdens de oudheid. De Shikoku werd gefokt als jachthond, vooral voor everzwijnenjacht in de bergen in het district of Kochi Prefecture. Soms word de Shikoku ook wel eens Kochi-Ken genoemd. Er waren drie varianten in dit  ras, Awa, Hongawa en Hata, allemaal vernoemd naar het gebied waar ze opgroeiden. Onder hen bleef de Hongawa de hoogste rang of puurheid, omdat het broedgebied niet makkelijk bereikbaar was. Deze honden zijn  taai en voldoende wendbaar om door berggebied te rennen. Ze zijn gekenmerkt door hun sesam gekleurde vacht. Het ras nam de namen van de streek over en werd op de lijst van natuurmonumenten gezet als een natuurlijk ras in 1937.

Algemeen voorkomen:

  • Medium hond

  • Goed uitgebalanceerd

  • Goed uitgebeend met goed ontwikkelde spieren

  • Gepunte oren

  • Krulstaart

  • Sterk

  • Uitgebeend

  • Compact

Gedrag/temperament:

  • Groot uithoudingsvermogen

  • Scherp met een natuurlijk gevoel

  • Energetisch

  • Hoge alertheid

  • Enthousiaste jager

Bloesem naar rechts.jpg

Omgang:

De Shikoku is erg baasgericht en werkt dan ook heel graag voor zijn baas als hij hem vertrouwt. Balspelen hoeven niet voor hen maar ze houden wel van nieuwe uitdagingen. Vroeger was de hond feller en minder makkelijk dan nu. De hond op zich is super leergierig, trots en heel waardig. Ook is hij heel verzorgend en bezorgd over zijn gezin (mens en dier). De Shikoku is waakzaam zonder onnodig te blaffen. Hij staat nog erg dicht bij de natuur, met heerlijke natuurlijke trekjes zoals de wolven . Het is niet aangewezen om de Shikoku los te laten lopen in het bos omwille van zijn jachtinstinct. Ze leven het liefst in een roedel, alhoewel 1 op 1 ook mogelijk is, zien we ze opfleuren als er familie om hun heen is, hun eigen ras heeft een sterke voorkeur. Het mooiste aan dit ras is hun aanpassingsvermogen. Als jij als baas maar in de buurt bent is alles goed en is er rust en waardigheid. Buiten is hij goed actief bezig en kijkt hij niet op een kilometer, binnen is hij erg rustig en weet je niet dat hij in huis is. Een regelmaat van uitlaten is niet noodzakelijk, ze volgen de orders van hun baas. Een consequente opvoeding is wel vereist maar te streng of stemverheffing is zeker niet goed. Een opvoeding met een harde hand is ongeschikt voor dit ras want hij wordt wantrouwend en werkt niet meer voor je. Belonen is de beste opvoeding. Vanwege zijn intelligentie zal hij vlug doorhebben wat er van hem verlangd wordt. Een dominante Shikoku durft de bovenhand te nemen in het leiderschap, het is de plicht van de baas om dit te voorkomen. Socialisatie is erg belangrijk zeker naar andere honden toe. Opvoeden met een bench is een aanrader.

Hoofd:

De Shikoku heeft een breed voorhoofd met een zwarte neus en een redelijk lange snuit en een recht neusbeen. De overgang tussen neus en voorhoofd is ondiep maar zichtbaar. De lippen zijn strak, ze hebben sterke tanden met een schaargebit. De wangen zijn heel goed ontwikkeld. De ogen zijn bijna driehoekig, niet te smal en donkerbruin van kleur. De buitenste hoeken van ogen zijn lichtjes omhoog gedraaid. De oren zijn driehoekig, opstaand en licht naar voren geheld. De nek is dik en stevig.

Lichaam:

De verhouding van de hoogte tot de lengte van zijn lichaam is 10 : 11. De schoft is hoog en goed ontwikkeld, de rug is recht en sterk, de lenden zijn breed en stevig. De borst is diep en goed geveerd en de buik is lichtjes opgetrokken. De staart staat omhoog, is dik en krachtig gekruld of wordt als een sikkel gedragen. De punt raakt bijna de hakken wanneer deze omlaag wordt gelaten.

Ledematen:

De schouderbladen zijn matig aflopend met goed ontwikkelde spieren. De bovenarm vormt een matige hoek met de schouderbladen. De elleboog is dicht bij het lichaam. De voorarm is recht en mooi afgewerkt. De handwortel vooraan is lichtjes schuin. De voeten zijn goed gesloten en goed gebogen. De kussentjes zijn dik en elastisch. De nagels zijn hard en wenselijk donker in kleur. De achterpoten zijn krachtig met sterk ontwikkelde spieren. De spronggewrichten (gewricht tussen scheenbeen en ondervoet) zijn matig gekanteld en zeer taai. Het gangwerk is licht en levendig. De beweging in actie is snel en draaiing is mogelijk.

Vacht:

De buitenste vacht is ruw en recht, de onderste vacht is dicht. Het haar op de staart is langer. De kleur is sesam (goede mengeling van zwarte, bruine en witte haren in een geheel), donker sesam, rood sesam, rood, black and tan.

Maten en gewicht:

Hoogte op de schoft:

  • Reu: 52 cm

  • Teef: 49  cm

Er is een tolerantie van 3 cm groter of kleiner.

Het gewicht ligt tussen de 17 – 25 kilo.

Gemiddelde leeftijd:

15 jaar

Fouten:

  • Gebrek aan seksueel dimorfisme

  • Lichtjes voorbij geschoten of onderschoten mond

  • Aantal tanden dat ontbreekt

  • Verlegenheid

  • Pintokleur of vlekken

Diskwalificatiefouten:

  • Agressief of overdreven verlegen

  • Elke hond die duidelijke fysieke of afwijkende gedragingen toont zal worden gediskwalificeerd.

  • Lichtjes voorbij geschoten of onderschoten mond

  • Oren niet geprikt

  • Hangende staart of korte staart

​

Mannelijke dieren moeten 2 normaal lijkende teelballen hebben afgedaald in het scrotum.

Alleen functionerende en klinisch gezonde honden met rasbevestiging zouden voor fokken gebruikt mogen worden.

bottom of page